Operaties op Strings1 worden veelvoudig gebruikt in Java, in deze oefening zullen we de geziene leerstof (vanaf slide 41 op Minerva2) in de praktijk toepassen. De opzet van deze oefening is om een klein programma te schrijven, dat transformaties op tekst toepast door vragen te stellen aan de gebruiker. Dit programma implementeer je in een klasse die je LordOfTheStrings
noemt.
Eerst vraagt je programma aan de gebruiker om een zin in te geven.
Vervolgens print je programma een aantal feiten over deze zin:
Hierna vraagt je programma aan de gebruiker wat zijn minst favoriete en zijn favoriete letter is.
Tenslotte print je programma de zin die de gebruiker in het begin van de opgave ingaf, waarbij zijn minst favoriete letter vervangen is door zijn meest favoriete letter.
Hieronder volgt een voorbeelduitvoering van de opgave. De tekst in het rood stelt invoer van de gebruiker voor.
Op welke zin wil je inwerken? Op deze zin. De zin is 12 karakters lang. Het eerste woord van deze zin is "Op", terwijl het laatste woord "zin" is. Als we het eerste woord van deze zin enkel in hoofdletters schrijven, krijgen we "OP". Als we geen enkele hoofdletter zouden gebruiken, zou dit "op" zijn. Wat is je minst favoriete letter? e Wat is je favoriete letter? a Je minst favoriete letter (e) is vervangen door je favoriete letter (a): Op daza zin.
Hierbij nog wat uitleg over de Dodona-testen voor deze oefening: