Niet iedereen spreekt dezelfde taal. Mensen spreken Nederlands, Spaans, Russisch, Chinees, … Al die talen hebben iets gemeenschappelijk. Ze bestaan uit letters die woorden vormen en die woorden hebben een betekenis. De woorden die je kan vormen in een taal vind je terug in een woordenboek, of voor de Nederlandse taal in het Groene Boekje. De woorden vormen op hun beurt zinnen, waarvan de grammatica van de taal bepaalt of hun structuur correct is.

Ook de computer heeft een eigen taal: de binaire taal, bestaande uit enen en nullen, zogenaamde bits. Een mens kan de taal van de computer (een reeks enen en nullen) moeilijk begrijpen.

👀 Voorbeeld - De kat

Kijk eens naar het volgende woord in computertaal:

01101011 01100001 01110100

Had je door dat hier kat staat?

Ondanks dat mensen de taal van de computer moeilijk kunnen lezen, is het toch mogelijk te begrijpen wat de computer bedoelt. Omgekeerd ook, de computer begrijpt mensen. Hoe komt dat? We gaan wat dieper in op de onderdelen van een computertaal en de vertaler-tolk die ervoor zorgt dat mensen en computers elkaar begrijpen.