Deze oefening sluit aan bij Dartbord-Score¹.

In de meest gekende variant Darts (of darten) wordt er in elke beurt gegooid met drie pijltjes. Afhankelijk van de spelvariant is het soms nodig om te beginnen en/of eindigen met een verdubbelde score (double in en/of double out). Dit is ofwel in de buitenste (double ring) (notatie start altijd met de letter D van double) ofwel de bull’s eye (weergegeven met BULL) in het centrum van het dartbord (wat overeenkomt met 2*25).

De resultaten van één beurt worden bijgehouden in een string, waarbij de behaalde scores gescheiden worden door een komma en een spatie. Een beurt met drie pijltjes wordt bijgehouden als "T18, 11, BULL".

Opdracht

Schrijf twee functies:

De logische functie dart_double_out controleert of de laatste worp van één beurt een double is. De string met de resultaten van één beurt wordt als enige parameter meegegeven.
De functie dart_double_in_out controleert of de eerste èn de laatste worp een double zijn. De functie geeft een tuple terug met twee elementen. Als het eerste element True is, betekent dat dat eerste worp een double is. Als het tweede element van de tuple True is, betekent dat dat de laatste worp een double is. Als een element geen double is, dan wordt er op die plaats False ingevuld.

Beide functies moeten in staat zijn een beurt te controleren met een willekeurig aantal worpen (minstens 3). Je mag wel veronderstellen dat er enkel correcte scores voorkomen die gescheiden worden door een komma en een spatie.

Tip: gebruik lijsten.

Voorbeelden

>>> dart_double_out("T18, 11, BULL")
True
>>> dart_double_out("D20, T10, MISS")
False
>>> dart_double_out("D18, T10, D6")
True
>>> dart_double_out("D18, BULL, 20, T10, D6")
True

>>> dart_double_in_out("T18, 11, BULL")
(False, True)
>>> dart_double_in_out("D20, T10, MISS")
(True, False)
>>> dart_double_in_out("5, T10, MISS")
(False, False)
>>> dart_double_in_out("D18, T10, D6")
(True, True)
>>> dart_double_in_out("D18, BULL, 20, T10, D6")
(True, True)

Score voor elke regio in het dartbord (niet op schaal)

Scorenotatie bij darts

Het dartbord is verdeeld in ringen en sectoren. De getallen langs de rand geven het aantal punten aan voor een pijltje in de desbetreffende sector. Deze sectoren zijn onderverdeeld in nog een aantal kleinere vakken. Van binnen naar buiten:

Het centrum van het dartbord, de double bull, inner bullseye of bull’s eye (rode cirkel in het midden). Dit gebied levert \(50\) punten op en wordt aangeduid met BULL.

Daaromheen de single bull of outer bullseye (groene ring in het midden). Dit gebied levert \(25\) punten op.

Daaromheen een brede ring, het bed (afwisselend zwart en wit). Het aantal punten dat geldt voor dit gebied staat dat op de rand van het bord.

Daaromheen een smalle ring, de triple ring (afwisselend rood en groen). Deze zone levert drie maal het puntenaantal op dat vermeld staat op de rand van het bord. Wordt de score verdriedubbeld, dan worden de punten voorafgegaan door de letter T (triple), bijvoorbeeld T14 = \(42\).

Daaromheen weer een bed (afwisselend zwart en wit). Het aantal punten dat de speler kan verdienen staat op de rand van het bord.

Daaromheen de double ring (afwisselend rood en groen). Als de pijl in dit gebied landt, levert dit twee keer het aantal punten op dat bij het betreffende vak staat. Wordt de score verdubbeld, dan worden de punten voorafgegaan door de letter D (double). Bijvoorbeeld D8 = \(16\).

Daaromheen een zwarte rand. Een dart in de buitenste zwarte rand (waar de cijfers staan), naast het bord of als de dart uit het bord valt, levert geen punten op en wordt genoteerd door MISS.