Je leert hoe je de dimensies (aantal rijen en kolommen) van een matrix bepaalt. Dit is essentieel voor wiskundige berekeningen en data-analyse.

💻 Programmeeroefening - Matrixdimensies

Schrijf een functie dimensies(matrix) die het aantal rijen en kolommen van een matrix bepaalt.

Als de matrix ongeldig is (niet alle rijen even lang), moet de functie “Ongeldige matrix!” retourneren.

Voorbeelden

print(dimensies([[1, 2, 3], [4, 5, 6], [7, 8, 9]]))  # (3, 3)
print(dimensies([[1, 2], [3, 4], [5, 6], [7, 8]]))  # (4, 2)
print(dimensies([[1, 2], [3, 4, 5]]))  # "Ongeldige matrix!"