Deze oefening kent in de volgende reeksen nog een (lang) vervolg. Je maakt hiervoor een nieuw project met naam Vervoer aan, en werkt deze oefening volledig uit. Je zorgt dat het project Vervoer altijd beschikbaar is, er wordt in verschillende lessen aan verder gewerkt!

Voeg om te beginnen de bestanden vervoer.csv1 en vervoer_kort.csv2 toe aan dit project (zie Tips3).
Beide bestanden werden in Excel aangemaakt. Open vervoer.csv in Excel, dan zie je dat er 4 kolommen staan met gegevens. Open datzelfde bestand nu ook vanuit NetBeans, dan zie je dat een kommapunt (;) gebruikt werd om de kolommen te scheiden. De extensie .csv staat dan ook voor `comma separated values'. (Sluit Excel, dit was enkel om te illustreren dat je zo gegevens kan uitwisselen tussen verschillende toepassingen.) Het bestand bevat een aantal regels. Elk van die regels voldoet aan één van volgende stramienen:

    TREIN;aantalPassagiers;maxSnelheid;internationaal
    TR;gewichtLeeg;gewichtLading
    MT;gewichtLeeg;gewichtLading;maxGewichtLading     
Een regel die het eerste stramien volgt, bevat gegevens voor een trein. Het tweede stramien legt de structuur vast voor de gegevens van een gewone truck; het derde stramien geldt voor een truck met maximale lading. Dit bestand zullen we regel per regel inlezen, waarna elke regel verwerkt wordt.

Voeg aan het project Vervoer een tweede java-klasse Voertuigen toe. Schrijf in deze klasse de volgende methodes en test ze uit in je hoofdprogramma. Tip voor deel 2 en 3: in de theorieles zag je twee verschillende manieren om een String onder te verdelen in kleine stukjes. De eerste manier gebruikt een methode uit de klasse String, de tweede manier gebruikt de klasse Scanner. Denk goed na bij welke methode je best welke techniek gebruikt.

  1. De methode tel(soort,bestandsnaam) telt hoeveel voertuigen er zijn van de opgegeven soort (TREIN,TR,MT) in het opgegeven bestand.
    Bepaal in het hoofdprogramma hoeveel treinen, trucks en maxtrucks in het bestand vervoer.csv staan. (Ter controle: je zou de aantallen 192, 171 en 184 moeten uitkomen.)
  2. De methode schrijfTypeVanTreinen(bestandsnaam) schrijft voor elke trein in het gegeven bestand het laatste stukje informatie uit. Dat is het stukje dat aangeeft of de trein internationaal is. (Verwerk enkel de treinen in het opgegeven bestand!) Roep deze methode op in het hoofdprogramma. (Merk op: de methode schrijft deze keer zelf de informatie uit, in plaats van dit over te laten aan het hoofdprogramma.)
  3. De methode maxSnelheidTreinen(bestandsnaam) bepaalt de maximale snelheid van de snelste trein en geeft deze terug. Je schrijft deze snelheid uit in het hoofdprogramma. (Ter controle: dit is 279 voor het bestand vervoer.csv.)