Een maat voor de spreiding van een reeks gegevens is de gemiddelde absolute afwijking, de mean absolute deviation of MAD, gedefinieerd als
\[\text{MAD} = \dfrac{1}{n} \sum_{i=1}^n |x_i - \overline x|\]Hierbij stelt \(\overline x\) het gewone rekenkundige gemiddelde van de rij gegevens voor.
Programmeer de functie mad()
die gegeven een vector data
bovenstaande gemiddelde absolute afwijking berekent en het resultaat afrond tot op 4 cijfers na de komma.
Indien data
gelijk is aan de vector c(98, 97, 98, 99, 100, 98)
, dan geldt:
> mad(data)
[1] 0.7778
Tip
De absolute waarde kan je berekenen met behulp van het
abs()
functie.