Leerlingen van de 1e en 2e graad maken veelal kennis met programmeren via de grafische programmeeromgeving Scratch1. En laat de eerste oefening dan veelal een oefening zijn die meer geschikt is om textueel te programmeren.
Bepaal de som van twee gegeven natuurlijke getallen.
In Scratch moet je dan op het idee komen om de kat twee getallen te laten vragen aan de gebruiker. Die twee getallen sla je dan op in twee verschillende variabelen. Vervolgens bereken je de som van de twee getallen en bewaar je het resultaat in een derde variabele. Ten slotte laat je de kat de oplossing zeggen in een tekstballonnetje.
De code in Scratch zou er dan als volgt kunnen uitzien:
when greenflag clicked
ask "Geef een positief geheel getal" and wait
set [getal1] to {(answer)}
ask "Geef een positief geheel getal" and wait
set [getal2] to {(answer)}
set {(som)} to {({(getal1)} + {(getal2)})}
say {(som)}
In Python initialiseer je variabelen als volgt:
getal_1 = 5
kleur = 'groen'
In Python hebben de variabelen geen vast gegevenstype. In run-time kunnen variabelen achtereenvolgens waarden van verschillende gegevenstypes bijhouden.
Het vragen van getallen en tonen van de oplossing doe je met de input()- en print()-functie.kleur = input('Geef een kleur: ')
print('kleur')
5
7
12