Operatoren: De omtrek en de oppervlakte van een rechthoek.
Gevraagd:
- Schrijf een programma dat vraagt naar de lengte en de breedte van een rechthoek.
- Vervolgens moeten de omtrek en oppervlakte getoond worden.
Invoer:
Wat is de breedte van de rechthoek (in cm)?: 4
Wat is de lengte van de rechthoek (in cm)?: 5
Uitvoer:
De omtrek van deze rechthoek is 18 cm.
De oppervlakte van deze rechthoek is 20 cm².