Schrijf een programma dat een persoonsvorm (Je, Tu, Il, Nous, Vous, Ils), een werkwoord (-ER, -IR, -RE) en een tijd (imparfait, futur simple, conditionnel présent) vraagt.
Het programma print de vervoeging in de juiste persoon.
Tip: Deze vraag is een uitbreiding op vraag b. Start dus vanuit die code.
Tip: De werkwoorden op -IR zijn allemaal van het type dormir.
Tip: Werk geval per geval, en test je code!
Tip: Kijk op Smartschool of bij Le Monde1 als je de vervoegingen niet vanbuiten kent.
Invoer:
parler
Je
futur simple
Uitvoer:
Je parlerai
Invoer:
rendre
Nous
conditionnel présent
Uitvoer:
Nous rendrions