Gauss bepaalde een formule voor het bepalen van de dag $$D$$ en de maand $$M$$ waarop Pasen valt in een gegeven jaar $$J$$. Stel dat de notatie $$\lfloor x\rfloor$$ gebruikt wordt voor het gehele deel van een reëel getal $$x$$. In eerste instantie worden dan de volgende waarden gedefinieerd: \[\begin{aligned} k &=\left\lfloor \frac{J}{100}\right\rfloor \\ a &= J\mathrm{\;mod 19}\\ b &= J\mathrm{\;mod 4}\\c&=J\mathrm{\;mod 7}\\ p &=\left\lfloor \frac{13 +8k}{25}\right\rfloor \\ q&= \left\lfloor \frac{k}{4}\right\rfloor \\ m &= (15-p+k-q) \mathrm{\;mod 30}\\ d &= (19a + m) \mathrm{\;mod 30}\\ n &= (4+k-q) \mathrm{\;mod 7}\\ e &= (2b+4c+6d+n) \mathrm{\;mod 7}\end{aligned}\] Hierbij stellen alle delingen reële delingen voor. Vervolgens worden $$D$$ en $$M$$ als volgt bepaald:

 

Invoer

Een jaartal.

Uitvoer

De dag en de maand waarop pasen valt in het gevraagde jaar, elk op een afzonderlijke regel.

Voorbeeld

Invoer:

2012

Uitvoer:

8
4