Werk andermaal verder in de klasse Getallen (zie vorige oefening).
Voeg een constructor toe met drie parameters, die random gehele getallen genereert. De eerste parameter geeft het aantal te genereren getallen aan. Alle getallen zijn groter of gelijk aan 0, en strikt kleiner dan de tweede parameter. De derde parameter geeft aan of de array moet ingevuld worden met verschillende getallen. (Kies het juiste type en een goede naam voor deze parameter!) Indien de constructor opgeroepen wordt met parameters die een onmogelijke vraag impliceren, negeer je de laatste parameter. Hint: gebruik een aanwezigheidstabel.
Indienen
Dien opnieuw de volledige klasse Getallen in.