Lees een lijst gehele getallen in (gehele getallen, gescheiden door komma's op 1 regel). Daarnaast lees je 2 gehele getallen in, namelijk een ondergrens $$a$$ en een bovengrens $$b$$.

Construeer een lijst met even veel elementen als ingegeven werden. Deze lijst bevat enkel de waarden True en False. Het element op postie $$i$$ geeft aan of het ingegeven getal met rangnummer $$i$$ in het interval $$[a, b]$$ ligt. Indien $$b < a$$, dan ligt geen enkel getal in het interval $$[a, b]$$. Schrijf deze nieuwe lijst als resultaat uit.

Invoer

Uitvoer

Een lijst $$p$$, waarbij $$p_i$$ aangeeft of getal op positie $$i$$ in $$[a, b]$$ ligt.

Voorbeeld

Invoer:

1,2,3,4,5,6
3
5

Uitvoer:

[False, False, True, True, True, False]