Woord vooraf

Zoals steeds heeft het herwerken van de cursus heel wat voeten in de aarde. Gelukkig kon ik me hierbij baseren op cursusmateriaal van collega’s. In het bijzonder wens ik prof. Stijn Vansteelandt[1], prof. Olivier Thas[2] en prof. Geert Verbeke[3] te bedanken voor het delen van hun cursusmateriaal en de stimulerende discussies rond statistiekonderwijs. Daarnaast was het ook een nieuwe ervaring om een volledige cursus te ontwikkelen binnen het statistische opensource software pakket R via het fantastische bookdown package van Yihui Xie.

Lieven, September 2018

In de zomer 2020 hebben we de transitie gemaakt van een online ebook naar een volledig online course. Hierbij integreren we alle materiaal voor de cursus en de oefeningen in het Dodona leerplatform. De cursus kan volledig in dit platform worden doorlopen aan de hand van leesopdrachten voor de theorie en d.m.v. oefeningen waarvan de code automatisch kan worden beoordeeld. Dit huzarenstukje was uiteraard niet mogelijk zonder de hulp van een bijzonder gedreven team.

Eerst en vooral wil ik het Dodona team bedanken om me herhaaldelijk aan te sporen om ook statistiekonderwijs via Dodona te verstrekken. Prof. Peter Dawyndt en Dr. Bart Mesure hebben samen met hun team een indrukwekkend platform ontwikkelt voor het doceren van programmeertalen.

Daarnaast heeft Charlotte Van Petegem het platform ook voor statistiek onderwijs unlocked door de ontwikkeling van een R-judge waarbij R code automatisch kan worden beoordeeld.

De f Faculteit Wetenschappen van de Universiteit van Gent heeft het me d.m.v. een onderwijs en innovatieproject mogelijk gemaakt om in augustus 2020 een team van enthousiaste jobstudenten: Gust Bogaert, Luca Renders, Stijn Vandenbulcke en Victor Verstraelen aan te werven die in een maand tijd twee modules (Introductie tot R en Data exploratie en Data Visualisatie in R) in Dodona hebben geïmplementeerd. Dat was mede mogelijk omdat we van prof. Rafael Irizarry de toestemming kregen om de broncode van zijn boek Introduction to Data Science en alle youtube videos te integreren in deze modules.

Onder impuls van mijn team jonge enthousiaste wolven hebben we het aangedurfd om midden september 2020 ook mijn volledige cursus Statistiek in Dodona onder te gaan brengen. In deze bevreemdende covid-19 tijden lijkt me dit de ultieme manier om de stof zo goed mogelijk interactief en volledig online aan te bieden. Ik kan het schitterende team van jobstudenten en het voltallige Dodona team niet voldoende bedanken, jullie gaven me vleugels!

Daarnaast wil ik ook mijn familie bedanken voor hun geduld en nooit aflatende steun tijdens de ontwikkeling van deze cursus.

Lieven, September 2020

Links

Inleiding

link naar playlist met kennisclips: Kennisclips Hoofdstuk14

De meeste vragen in de levenswetenschappen kunnen slechts beantwoord worden door gegevens te verzamelen en te analyseren, bijvoorbeeld:

Bij onderzoek naar biologische processen moet men zich realiseren dat uitkomsten aan variatie onderhevig zijn. Aspirine is bijvoorbeeld niet bij iedereen even effectief om hoofdpijn te verzachten zodat de uitkomst voor een persoon met en zonder inname van aspirine meestal niet exact te voorspellen valt. Dit wordt mede veroorzaakt door het feit dat mensen verschillen in gewicht, ziektegraad, gevoeligheid voor een stof, … Bovendien reageert een persoon vaak anders op een stof naargelang hij moe of uitgerust is, het middel ’s morgens of ‘s avonds inneemt, voor of na het eten, op geregelde tijdstippen of met onregelmatige intervallen, … En zelfs al mocht een bepaalde stof voor iedereen even effectief zijn, dan nog is het zo dat verschillende metingen voor een zelfde persoon zelden gelijk. De aanwezigheid van die biologische variabiliteit is bijzonder opvallend in de context van roken: de schadelijke gevolgen van roken op longkanker en hartaandoeningen zijn intussen goed gekend, maar nagenoeg iedereen kent wel iemand die gans zijn leven gerookt heeft en desondanks meer dan 80 jaar oud geworden is.

Precies omwille van die biologische variabiliteit is het moeilijk om wetenschappelijke vragen goed te beantwoorden en zal men zelden onmiddellijk het antwoord zien na het bekijken van ruwe gegevens. Onderzoekers in de fysiologie, bijvoorbeeld, gaan vaak na wat het effect is van een bepaalde substantie (bijvoorbeeld, een geneesmiddel, hormoon of toxine) op experimentele dieren (bijvoorbeeld, ratten of ook in vitro weefselpreparaten). Dit effect wordt bestudeerd door verschillen in respons te meten tussen dieren geïnjecteerd met de substantie en controledieren die werden geïnjecteerd met een inactieve zoutoplossing. Omwille van biologische variatie zullen een aantal dieren die geïnjecteerd werden met lage dosissen van de toxische stof, het er vaak beter van af brengen dan sommige controledieren. Hierdoor kunnen geobserveerde effecten zowel toevallig zijn als wijzen op een systematisch effect. Bovendien moeten we ons afvragen of de controlegroep en de met substantie-geïnjecteerde groep een vergelijkbare gezondheid hebben. Zo niet, dan zou een mogelijk verschil in respons ook mede hierdoor verklaard kunnen worden.

Het doel van statistiek is precies om orde te scheppen in de chaos door duidelijk te maken hoeveel variatie op de gegevens toe te schrijven valt aan systematische verschillen (bijvoorbeeld, door het al dan niet inspuiten van een bepaalde substantie) en hoeveel aan toeval of biologische variatie.

Statistiek is immers de wetenschap rond verzamelen, exploreren en analyseren van data. Ze laat toe

Ze vervult daarom een belangrijke rol in zowat alle wetenschappen. Zie ondermeer de populaire column ‘’points of significance’’ in Nature Methods. (http://blogs.nature.com/methagora/2013/08/giving_statistics_the_attention_it_deserves.html5)

In deze inleiding situeren we Statistiek in de Wetenschappelijke Methode.

De Wetenschappelijke Methode

Het doel van wetenschap is het begrijpen van de natuur (van het allerkleinste tot het allergrootste, van vroeger en nu tot in de toekomst). De Wetenschappelijke Methode is de methodiek die vandaag de dag algemeen aanvaard wordt om onze wetenschappelijke kennis van de natuur op te bouwen. Twee belangrijke pijlers van de Wetenschappelijke Methode zijn theorie en observatie. Een wetenschappelijke theorie voorspelt hoe een natuurlijk proces zich gedraagt. Observaties kunnen gebruikt worden om deze theorie te bevestigen of te ontkrachten. Een wetenschappelijke theorie kan dus nooit bewezen worden door observatie, maar kan wel ontkracht worden door observatie. Dit is het falcificatieprincipe van de wetenschapsfilosoof Karl Popper (1902-1994).

De levenswetenschappen berusten op empirisch onderzoek omdat observaties nodig zijn om de kennis uit te breiden. Theorieën kunnen gepostuleerd worden zonder observatie (hoewel dit zelden gebeurt), maar de wetenschapsgemeenschap neemt ze typisch maar voor waar aan nadat de nieuwe theorieën aan observatie getoetst worden.

Figuur ??6 is een schematische weergave van de Wetenschappelijke Methode.

We komen nog even terug of het falcificatieprincipe. Doorheen deze cursus zal het duidelijk worden dat statistiek methoden aanlevert die toelaten om na te gaan in welke mate data consistent zijn met een vooropgestelde model. Indien de data consistent zijn met het model zullen we niet noodzakelijk onmiddellijk besluiten dat de theorie en het model correct zijn. De wijze waarop de data tot stand gekomen zijn via de opzet van experiment speelt hierbij ook een belangrijke rol. Het experiment moet eigenlijk zo opgezet worden dat het model uitgedaagd wordt. Pas als alle moeite gedaan is om te pogen data te bekomen die inconsistent zijn met het model, kunnen de theorie en het model als waar beschouwd worden met een grote waarschijnlijkheid. Wanneer de data inconsistent zijn met het gepostuleerde model, dan kan direct besloten worden dat het model niet juist is.

De Wetenschappelijke Methode heeft een cyclisch karakter: bij het vaststellen van een foutief model zal de wetenschapper het model aanpassen en doorloopt hij opnieuw alle stappen van de Wetenschappelijke Methode.

Een andere belangrijke rol van de Statistiek die verder in deze cursus wordt behandeld, is om de reproduceerbaarheid van wetenschappelijk onderzoek te waarborgen, binnen zelf gekozen probabiliteitsgrenzen (onzekerheid / zekerheid).

Boutade: met statistiek kan je alles bewijzen

In de introductie tonen we aan dat je met statistiek niets kan bewijzen. Statistiek is een hulpmiddel om te leren uit data en om op een reproduceerbare manier conclusies te trekken uit empirisch onderzoek. Het is eerder zo dat men met foute toepassing van de statistiek alles probeert te bewijzen!

Opzet van de cursus

We leven in een tijd van big data en het is cruciaal om informatie uit cijfers te kunnen extraheren. Statistiek is nu net de wetenschap om te leren uit empirische gegevens.

Statistische geletterdheid is dus een noodzaak om de resultaten uit deze analyses in wetenschappelijke tijdschriften of in de media kritisch te kunnen interpreteren.

Hierbij is het belangrijk om inzicht te verwerven in statistische data analyse enerzijds en om anderzijds deze analyse te interpreteren. We moeten de analyse m.a.w. kunnen koppelen aan de context van het onderzoek: de onderzoeksvraag, de proefopzet en de eigenschappen van de data. Daarom gaan we alle statistische methodes in de cursus aanbrengen aan de hand van case studies. We gaan hierbij steeds stilstaan bij

  1. de proefopzet en context van de studie (experimenteel ontwerp),

  2. eigenschappen van de ruwe data (data exploratie), en

  3. hoe we de resultaten uit de steekproef kunnen veralgemenen naar de populatie toe (statistische besluitvorming).

  4. Om statistische geletterdheid te verwerven is het ook cruciaal om zelf eenvoudige statistische analyses uit te kunnen voeren zodat je data leert analyseren en te interpreteren. We zullen dus ook in elke case study stilstaan bij hoe we de data analyse uit moeten voeren in statistische software.

In de cursus maken we hiervoor gebruik van het statistische software pakket R. De cursus en de case studies werden volledig in rmarkdown aangemaakt, dit zijn geavanceerde scripts die toelaten om

op een efficiënte manier te combineren. Het rmarkdown script kan dan worden gecompileerd naar een webpagina of een pdf document. Op deze manier kan je een data analyse op een volledig reproduceerbare manier documenteren. De scripts van de cursus vormen een goede inspiratiebron om zelf met rmarkdown aan de slag te gaan.

De cursus wordt volledig in online leerpaden verzorgt op het platform Dodona. Daarbij gaan we hand-on leren statistische programmeren in 2 modules:

  1. Module: Introduction to R, waarbij jullie interactief kennis maken met het statistische software pakket en programmeer taal R. Week 1 - Week 3.

  2. Module: Data exploration and visualisation waarbij jullie de basis principes zullen leren van het maken van goede grafieken die je inzicht zullen geven in de data die wordt gegenereerd in het experiment. Week 4 - 5.

  3. Module: Statistiek, het hart van deze cursus, waarin jullie inzicht zullen verwerven in de drie belangrijke takken van de statistiek. Week 1-12.

    • proefopzet ook wel experimental design genoemd,
    • data exploratie
    • statistische besluitvorming ook wel inferentie genoemd.

Hierbij staat steeds een echte dataset centraal zodat jullie de vertaalslag leren maken van de onderzoeksvraag naar statistisch modellen toe om dan na de data analyse de resultaten opnieuw te interpreteren in termen van de onderzoeksvraag.

We zullen ook telkens alle code delen die nodig is om alle data analyses en visualisaties uit te voeren die worden weergegeven in deze cursus.

In deze inleiding introduceren we drie case studies die het belang van statistiek illustreren.

  1. Case study I: Het oksel microbiome. In deze case study doorlopen we alle belangrijke stappen van een experimentele study.

  2. Case study II: Verschil in lichaamslengte tussen vrouwen en mannen. In deze studie zal je inzicht verwerven in hoe observaties, resultaten en conclusies van een studie onderhevig zijn aan variabiliteit.

  3. Case study III: Salk vaccin studie voor polio. Deze studie illustreert het belang van een goede controle en introduceert het concept van confounding.

Tijdens de eerste lezing van dit hoofdstuk is het nog niet belangrijk om te focussen op de code. Probeer vooral inzicht te verwerven in het theoretisch raamwerk dat wordt geïntroduceerd. Na week 4 kan het nuttig zijn om de case studies nog eens door te nemen met het oog op hoe je de analyses concreet uit kan voeren.

Case study: oksel microbiome

https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2018/10/22/gezocht-mensen-met-penetrante-lijfgeur-om-probiotische-deodor/7

Zweten en vooral een zweetgeur is vervelend. Het zweten op zich is niet de oorzaak van de geur. Het zijn de microorganismen onder de oksel die het zweet metaboliseren die de geur veroorzaken. De samenstelling van de gemeenschap van microorganismen onder de oksel is dus bepalend voor het hebben van een zweetgeur. Deze gemeenschap wordt ook het oksel microbiome genoemd.

Corynebacterium is een bacterië die zweet metaboliseert en hierbij verzadigde vetzuren aanmaakt met een penetrante geur. Gelukkig zijn er Staphylococcus bacteriën die het zweet ook metaboliseren maar die hierbij geen hinderlijke verzadigde vetzuren produceren.

Het CMet Lab aan de Universiteit Gent doet onderzoek naar microbiële gemeenschappen en stelde een therapie voor om mensen van dit probleem af te helpen. Die bestaat uit een antibiotica behandeling van de oksel om microbiome af te doden, gevolgd door een transplantatie van het microbiome van een persoon zonder zweetgeur.

Alvorens dat de therapie breed kan worden ingezet, dient eerst te worden aangetoond in een experiment dat ze werkt.