If statement

Een “conditionele statement” (ook wel “condities” of “if statements” genoemd) bestaat uit een test gevolgd door één of meerdere acties, waarbij de acties alleen worden uitgevoerd als de test True oplevert.

Een voorbeeld:

x = 5
if x == 5:
    print( "x is 5" )   # in dit geval is x gelijk aan 5 dus wordt het print commando uitgevoerd.

De syntax van een if statement ziet er als volgt uit:

if <boolean expressie>:
    <acties>

Let op: noteer steeds een dubbele punt (:) achter de boolean expressie en laat alle <acties> die volgen na de boolean expressie inspringen.

BLOKKEN CODE

Het is noodzakelijk dat de <acties> “inspringen”. Python beschouwt statements die elkaar opvolgen en dezelfde insprong hebben als één blok code. Het code blok dat onder het if statement staat, is de lijst van alle acties die worden uitgevoerd indien de boolean expressie True is; deze worden overgeslagen indien de boolean expressie False is. Een voorbeeld:

x = 7
if x < 10:
    print( "Deze regel wordt alleen uitgevoerd als x < 10." )
    print( "Idem voor deze regel." )
print( "Deze regel wordt altijd uitgevoerd." )

Bedenk (en test) hoe de uitvoer er uit ziet voor x = 7 en voor x = 11. De print() regel die volgt na de if en niet inspringt behoort niet meer tot de if en wordt dus uitgevoerd ongeacht het resultaat van de evaluatie van de boolean expressie.

Je kunt meerdere if statements gebruiken.

x = 5
if x == 5: 
    print( "x is 5" )
if x > 4: 
    print( "x is groter dan 4" )
if  x >= 5:
    print( "x is groter dan of gelijk aan 5" )
if x < 6: 
    print( "x is kleiner dan 6" ) 
if x <= 5:
    print( "x is kleiner dan of gelijk aan 5" )
if x != 6 :
    print( "x is niet 6" )

Bedenk hoe de uitvoer er uit ziet voor x = 4 of x = 7.

INSPRINGEN

In Python is het gebruik van correcte insprongen zeer belangrijk! Zonder correcte inspringing kan Python niet zien welke regels code een blok vormen en kan de code bijgevolg niet uitgevoerd worden zoals je bedoelt.11

Inspringen doe je door één tabulatie naar rechts toe te passen (de Tab toets) of 4 spaties te gebruiken.

De volgende code bevat inspring-fouten. Haal de fouten uit de code en doe de test.

# Deze code bevat tabulatie-fouten!
x = 3
y = 4
if x == 3 and y == 4:
    print( "x is 3" )
   print( "y is 4" )
if x > 2 and y < 5:
print( "x > 2" )
print( "y < 5" )
if x < 4 and y > 3:
    print( "x < 4" )
        print( "y > 3" )

Twee-weg beslissingen: if - else constructie

Het komt regelmatig voor dat je onder bepaalde voorwaarden een actie wilt laten uitvoeren; wanneer niet voldaan wordt aan de gestelde voorwaarde er een andere actie wordt uitgevoerd. Python maakt dit mogelijk door aan een if statement een else tak toe te voegen. Er wordt altijd slechts één van de twee blokken <acties> uitgevoerd:

Zo kun je bijvoorbeeld gebruik maken van een if - else constructie om te testen of een integer even of oneven is. De modulo operator kan hierbij helpen: als x % 2 nul is, dan is x even, en anders is x oneven.

De algemene syntax ziet er als volgt uit:

if <boolean expressie>:
    <acties>
else:
    <acties>

Let op dat er een dubbele punt achter de else staat, net zoals achter de <boolean expressie> bij de if. Het is ook van belang dat het woord else uitgelijnd is met het woord ifwaar het bij hoort.

conditie

Een voorbeeld:

x = 4
if x > 2:
    print( "x is groter dan 2" )
else:
    print( "x is kleiner dan of gelijk aan 2" ) 

Meer-weg beslissingen: if - elif - else constructie

Bij een if - else constructie, wordt slechts één blok code uitgevoerd van twee gegeven blokken code. Soms wil je echter dat er één blok code uitgevoerd wordt, niet van twee maar van meerdere blokken code. Dit soort meer-weg beslissingen kun je implementeren met een extra toevoeging aan een if statement in de vorm van één of meer elif takken (elif staat voor “else if”).

De syntax ziet er als volgt uit (gegeven voor één elif maar kan uitgebreid worden met meerdere):

if <boolean expressie>:
    <acties>
elif <boolean expressie>:
    <acties>
else:
    <acties>

De verschillende tests in een if-elif-else constructie worden in volgorde uitgevoerd. De eerste boolean expressie die geëvalueerd wordt als True laat het bijhorende blok code uitvoeren. Daarna slaat Python de rest van de code binnen de constructie over. De volgende boolean expressies in de constructie worden dus niet meer getest en bijgevolg worden er ook geen andere blokken code meer uitgevoerd. Slechts als alle boolean expressies in de constructie False blijken te zijn, wordt het blok code bij de else uitgevoerd.

Het toevoegen van else is optioneel. De laatste tak binnen de constructie mag dus ook een elif tak zijn.

Een voorbeeld:

leeftijd = 21
if leeftijd < 12:
    print( "Je bent een kind!" )
elif leeftijd < 18:
    print( "Je bent een teenager!" )
elif leeftijd < 30:
    print( "Je bent nog jong!" )
elif leeftijd < 50:
    print( "Beginnen grijze haren te komen?" )
else:
    print( "Wegen de jaren zwaar?" )

Verander in de code hierboven de waarde van de variabele leeftijd en één van de andere code blokken zal uitgevoerd worden. Doe de test. Pas ook de code eens aan zodat je eerst naar de leeftijd van de gebruiker vraagt (import) en deze leeftijd gebruikt om de tests op uit te voeren.

Geneste condities

Het is mogelijk om if statements op te nemen in de code blokken van een andere if statement. Zo’n geneste if wordt alleen uitgevoerd als de boolean expressie die hoort bij het code blok waarin de geneste if staat True is.

x = 41
if x%7 == 0:
    # --- Hier begint een genest blok code  ---
    if x%11 == 0:
        print( x, "is deelbaar door 7 en 11." )
    else:
        print( x, "is deelbaar door 7, maar niet door 11." )
    # --- Hier eindigt een genest blok code ---
elif x%11 == 0:
    print( x, "is deelbaar door 11, maar niet door 7." )
else:
    print( x, "is niet deelbaar door 7 of 11." )

Onderstaand voorbeeld is een voorbeeld waarbij eveneens gewerkt wordt met geneste if statements.

leeftijd = 21
if leeftijd < 12:
    print( "Je bent een kind!" )
else:
    if leeftijd < 18:
        print( "Je bent een teenager!" )
    else:
        if leeftijd < 30:
            print( "Je bent nog jong!" )
        else:
            if leeftijd < 50:
                print( "Beginnen grijze haren te komen?" )
            else:
                print( "Wegen de jaren zwaar?" )

Het nesten van if statements kan vaak vermeden worden door elif’s te gebruiken. De code in het bovenstaand voorbeeld doet hetzelfde als de “leeftijd” code gegeven onder het deel over de meer-weg beslissingen. Ik neem aan dat je het ermee eens bent dat de versie met elif’s prettiger leest.

Stroomdiagrammen

Vanuit voorgaande voorbeelden, merk je dat het soms moeilijk wordt om een overzicht te behouden bij de meer ingewikkelde code. Het is dan ook belangrijk om een duidelijk schema te hebben dat als leidraad kan dienen bij het uitschrijven van de code. Programmeurs gebruikten een “stroomdiagram” om algoritmes te beschrijven. Dit stroomdiagram gebruikten ze dan als leidraad bij het uitschrijven van de code.

Hieronder volgt een korte herhaling van leerstof die jullie reeds gezien hebben in eerdere lessen. Denk er aan om bij ingewikkelde code zelf eerst een stroomdiagram op te stellen, vooraleer je onbezonnen van start gaat.

Een stroomdiagram is een visuele, schematische weergave van de werking van een code. Hierbij wordt gebruik gemaakt van blokken die met elkaar verbonden worden door pijlen. De vorm van het blok bepaalt de functie ervan. De drie belangrijkste soorten zijn:

Om een stroomdiagram te interpreteren, begin je bij het “Start” blok, en volg je de pijlen, waarbij je ieder statement dat je tegenkomt uitvoert. Bij een ruitvormig blok evalueer je de conditie die erin staat en volg je ofwel de pijl die met True gemarkeerd is als de conditie True is, ofwel de pijl die met False gemarkeerd is als de conditie False is. Wanneer je het “Stop” blok tegenkomt, ben je klaar.

meer-weg beslissing

Stroomdiagram dat een meer-weg beslissing weergeeft.

Bovenstaand stroomdiagram hoort bij de “leeftijd” code die eerder in dit hoofdstuk werd uitgewerkt.

  1. In veel programmeertalen worden blokken code door de compiler herkend doordat ze beginnen en eindigen met een speciaal symbool of gereserveerd woord: in talen als Java en C++ worden blokken code omsloten door accolades, in talen als Pascal en Modula beginnen ze met het woord begin en eindigen met het woord end. Ook al is correct inspringen in deze talen niet noodzakelijk, toch doen programmeurs dit meestal, ongeacht de taal die ze gebruiken. Dit maakt de code overzichtelijker en duidelijker: je ziet meteen welke delen van de code bij elkaar horen. Bij Python is het inspringen wel een verplichting. 2